Taal »

Voorlezen

Voorlezen is voor een kind heel belangrijk. Het is gezellig, maar ook van groot belang voor de ontwikkeling van het kind.

Voorlezen is belangrijk voor jonge kinderen, maar zeker ook voor oudere kinderen. 

Waarom is het zo belangrijk om te zingen, te vertellen of voor te lezen? 
Omdat dat knusse en gezellige momenten oplevert. Omdat het gevoel voor taal daardoor spelenderwijs ontwikkeld wordt. Omdat de wereld van jonge kinderen daardoor uitgebreid wordt. Omdat het kinderen helpt om alle nieuwe indrukken en gevoelens te verwerken. Omdat het de fantasie stimuleert.

En wanneer kinderen iets ouder zijn: Omdat het de luistervaardigheid en het concentratievermogen helpt ontwikkelen. Omdat het stimuleert mee te denken over hoe je problemen aan kunt pakken. Omdat het een gunstig effect heeft op het zelf leren lezen. Omdat het kinderen vertrouwd maakt met allerlei soorten verhalen en verhaalpatronen.

Vanaf welke leeftijd?  
Voor een baby kun je zingen of hardop vertellen waar je mee bezig bent. Al vlug volgt het bekijken van eenvoudige platen in stoffen of hardkartonnen babyboekjes, waarbij je van alles kunt vertellen. Weer later kun je een kort verhaaltje voorlezen, dat in de loop van de tijd steeds wat ingewikkelder kan worden.
Blijf voorlezen ook nadat een kind zelf heeft leren lezen. Het kan de afstand overbruggen tussen wat een kind (technisch) aankan en wat het graag zou willen lezen. Blijf juist voorlezen aan kinderen die nog moeite hebben met de techniek van het lezen. Het is belangrijk dat zij lezen blijven associëren met iets wat leuk is.

Wanneer kun je het beste voorlezen?
Zingen voor een baby kan de hele dag: tijdens het badje, het verschonen, het voeden, maar ook wanneer de baby niet in slaap kan komen of zich verveelt in de box. Voorlezen aan peuters en kleuters kan `s middags en `s avonds voor het slapengaan. Of `s morgens vroeg, wanneer de andere huisgenoten naar school of werk zijn gegaan. Wanneer je een moment van rust wilt inlassen (als een kind erg actief is geweest, veel indrukken heeft opgedaan). Wanneer een kind wat extra aandacht nodig heeft, omdat het hangerig of ziek is. Wanneer je merkt dat een kind zelf nog moeite heeft met lezen.

Waar kun je het beste voorlezen?
Thuis, op de rand van het bed, op de bank of op de grond, op kussens, aan tafel of in de tuin. Onderweg, in de trein of in de auto. In de wachtkamer van de dokter, het consultatiebureau of bij de kapper.

Hoe vind je geschikte voorleesboeken?
Laat je adviseren door een medewerker van de bibliotheek of de (kinder)boekwinkel. En kijk natuurlijk bij de bilbiotheek. In onze kidscatalogus kun je op leeftijd en op thema boeken uitzoeken en reserveren.

Wat maakt een boek tot een goed voorleesboek?
Belangrijk is vooral dat de tekst goed in het gehoor moet liggen: niet te lange en ingewikkelde zinnen, maar ook niet te korte. Er moet variatie zijn in woordgebruik, klankrijk taalgebruik, grappige woorden en klanknabootsingen. Het taalgebruik moet beeldrijk zijn, zodat kinderen zich een voorstelling kunnen maken van wat er voorgelezen wordt. Van een boek voor oudere kinderen moeten de hoofdstukken niet te lang zijn en een afgerond geheel vormen. Het slot van het hoofdstuk moet zo zijn dat met spanning naar het vervolg zal worden uitgekeken. Het verhaal moet een duidelijke structuur hebben; de gebeurtenissen moet elkaar logisch opvolgen. Het verhaal moet uitnodigen tot meedenken, -voelen en -beleven. Het moet zo zijn opgebouwd dat de luisteraar nieuwsgierig blijft naar wat er verder zal gebeuren. De tekst moet uitnodigen bij het voorlezen wat variatie in toon, stemhoogte, volume aan te brengen. Levensechte dialogen nodigen uit met stemmetjes te werken. Humor en spanning vergroten de betrokkenheid, werken ontspannend en bevrijdend. Humor is het middel om een gevoelig verhaal hanteerbaar te houden

Hoe maak je het voorlezen tot een succes?
Probeer een boek uit te kiezen dat past bij de ontwikkeling en belangstelling van een kind. Lees het boek zelf eerst een keer (gedeeltelijk) door. Ga in op het verzoek hetzelfde boek nog een keer voor te lezen (en desnoods nog een keer en nog een keer). Zorg dat er rust is en weinig afleiding. Vertel vooraf in het kort iets over de inhoud van het verhaal. Lees rustig en duidelijk de tekst voor. Maak daarbij gebruik van de mogelijkheden van uw stem, maar maak er geen toneelstukjes van. Maak tijdens het voorlezen af en toe gebaren om de woorden te omlijsten. Breng tijdens het voorlezen af en toe bewust een pauze aan. Wanneer duidelijk is dat de aandacht verslapt, stop dan met voorlezen. Kies een ander moment, of een ander boek. Let op hoe je het boek vasthoudt. Laat uw gezicht er niet achter verdwijnen.

Nuttige links:
Voor kinderen van 0 tot 4 jaar
Voor kinderen van 4 tot 12 jaar