Handleiding Micro:bit

De micro:bit is een klein, programmeerbaar apparaatje dat kinderen helpt spelenderwijs te leren coderen en experimenteren met elektronica. Met zijn gebruiksvriendelijke ontwerp en verschillende sensoren kunnen mensen van jong tot oud creatieve projecten maken, van simpele games tot innovatieve gadgets. Het is de perfecte introductie tot de wereld van technologie en een bron van eindeloos plezier en ontdekking!

Op deze pagina wordt uitgelegd hoe je de Micro:bit kan koppelen aan je laptop en hoe je zelf je code kan maken via makecode.microbit.org. Wil je al gelijk aan de slag? Zie onze andere tutorials voor opdrachten over de Micro:bit.

Verbinden

Je kunt een Micro:bit van stroom voorzien met behulp van een USB-kabel of een batterijhouder. Als je een USB-kabel gebruikt, sluit je deze aan op de Micro:bit (micro USB poort) en vervolgens op een USB-poort op je computer.

Zodra de Micro:bit is aangesloten op een stroombron, zullen er lampjes gaan branden op de achterkant. (Als je de Micro:bit niet kunt inschakelen nadat je deze hebt aangesloten op een stroombron, controleer dan de aansluitingen en probeer een andere USB-kabel of een andere voedingsbron om te zien of dat het probleem oplost.)

Programmeren

Nu de Micro:bit is ingeschakeld, kun je beginnen met het programmeren ervan. Gebruik Microsoft MakeCode om je code te schrijven.

Door een nieuw project aan te maken kan je beginnen met je code. In het linker gedeelte zie je de digitale versie van je Micro:bit. Daarnaast zie je een rij waar alle 'blokken' in staan die je kan gebruiken voor je code. Het rechter grijze gedeelte is je werkveld waar je code komt te staan. Probeer maar eens het basisblok 'de hele tijd' in het werkveld te slepen. Dit blok betekent dat je Micro:bit de actie die we hierna erin gaan slepen de hele tijd uitvoert. Als je nu het basisblok 'toon lichtjes ...' erin sleept kan je een aantal lampjes aanklikken.

Lukt het jou om 'Hello' in de ledjes te laten zien wanneer je op de A knop drukt?

Kom je er niet uit? Hier een tip: bij de 'basisblokken' staat er 'toon tekens hello...' en bij 'invoer' staat er 'wanneer knop A wordt ingedrukt'. Probeer deze in het werkveld aan elkaar te koppelen en kijk wat er gebeurd.